Meer dan de helft van de basisscholen gebruikt een anti-pestprogramma waarvan niet kan worden aangetoond dat het werkt. Volgens het AD heeft bijvoorbeeld de zogenoemde Kanjertraining ”geen aantoonbaar effect op pesten in het algemeen” en is vaak na een jaar geen duidelijke verbetering te zien. Bijna een derde van de leerlingen zou wel eens het slachtoffer van pesten zijn, meldt het NOS (https://nos.nl/artikel/2233271-wetenschappers-deel-anti-pestprogramma-s-niet-effectief.html?).
De krant schrijft over een wetenschappelijk onderzoek door vijf universiteiten en het Trimbos Instituut naar de effectiviteit van zeven anti-pestprogramma’s. De onderzoekers volgden en analyseerden tussen 2015 en 2017 meer dan 8000 kinderen en hun klassen.
Bij vier van de zeven methoden lukt het om binnen een jaar het pesten te verminderen, maar bij de andere niet. Daaronder zijn de populaire methoden Kanjertraining (2500 scholen) en het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD). Ook de effecten van PAD zijn volgens de onderzoekers nihil.
Het rapport wordt later vandaag gepresenteerd. Een van de onderzoekers, Bram Orobio de Castro van de Universiteit Utrecht, zegt in het AD dat lessen waarbij de hele klas wordt betrokken, het beste werken. ”Het is belangrijk dat kinderen de pesters in hun klas niet populair maken en de gepeste leerling in hun groep opnemen. Daarvoor heb je iedereen nodig.” Minister Slob gaat met de sectorraden in gesprek om te kijken naar de nieuwe kennis over de anti-pestprogramma’s.
Eerder al was er discussie over de anti-pestprogramma’s. Een commissie in opdracht van het ministerie van Onderwijs concludeerde in 2014 dat van zo’n 61 anti-pestprogramma’s er maar negen leken te werken. Veel scholen zeiden daarna toch tevreden te zijn over de door hun gebruikte afgekeurde methode en bleven daar ook mee werken. Scholen zijn vrij om hun eigen anti-pestprogramma te kiezen.