De GGZTotaal-XL van november
‘Onderzoekt alles, en behoudt het goede’. Die Bijbeltekst schoot door mijn hoofd toen we de inhoud van dit magazine samenstelden. De dominee in mijn jeugd gebruikte die tekst vaak, om er direct een lijst van zaken aan toe te voegen die ’het goede’ waren en dus behouden moesten blijven. Onderzoek kon ik wat hem betreft achterwege laten.
Daartegenover stond een klasgenoot op de middelbare school. Met dezelfde tekst als uitgangspunt gebruikte hij achtereenvolgens weed, LSD en nog wat mij onbekende middelen, die je immers moest onderzoeken. Eenmaal belandde hij in het ziekenhuis. Het is uiteindelijk goed met hem afgelopen.
‘Onderzoekt alles’. Het is iets anders dan het levensgevaarlijke lukraak uitproberen. ’Behoudt het goede’ zonder onderzoek leidt tot verstarring.
In dit magazine de voor en de tegenstanders van alternatieve interventies in de ggz. Sommigen lijken meer op mijn dominee van destijds, anderen neigen naar mijn klasgenoot. Je zou geen overeenkomsten verwachten tussen die tegenpolen, maar niets is minder waar. Iedereen die wij interviewden was van mening dat gedegen onderzoek naar de veiligheid en betrouwbaarheid van middelen essentieel is. Dát, en dat hulpverleners aan een aantal eisen moeten voldoen: een degelijke opleiding, het lidmaatschap van een beroepsvereniging en de mogelijkheid hebben van een klachtenprocedure.
Mensen die alternatieve middelen gaan gebruiken moeten zich daarbij terdege (laten) informeren en zich zo nodig voorbereiden.
Veel overeenkomsten dus, maar uiteraard ook verschillen.
Rogier Hoenders, psychiater in het Centrum Integrale Zorg (CIZ) in Groningen trapt af. In ’Eigenlijk kun je beter spreken van culture based, dan van evidence based (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3744826/nieuws/eigenlijk_kun_je_beter_spreken_van_culture_based_dan_van_evidence_based.html?page=1)’ vertelt hij aan Willem Gotink welke vormen van niet-regulier zorg toegepast worden in het CIZ en wanneer een niet-regulier middel in aanmerking komt om te worden voorgeschreven of geadviseerd. Bijzonder is de constatering dat ook in de reguliere gezondheidszorg slechts 30-50 procent van de interventies bewezen effectief is. Aan de kant van het spectrum, bij de alternatieve interventies, is lang niet alles onbewezen en niet-effectief.
De Vereniging tegen de Kwakzalverij, nooit te beroerd om met grof geschut op alternatieve geneeswijzen te schieten, legt aan Hans van Essen uit waarom de vereniging zich zo hard opstelt. De titel spreekt boekdelen: ’De kracht van de boodschap zit in de harde en kritische toon (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3744913/nieuws/de_kracht_van_de_boodschap_zit_in_de_harde_en_kritische_toon.html?page=1).’ Helemaal oneens met Rogier Hoenders blijkt de vereniging het niet te zijn: ook zij zijn voor gedegen wetenschappelijk onderzoek. De nuance is anders: waar Hoenders open staat voor nieuwe ontwikkelingen, lijkt de VtdK zich meer thuis te voelen bij mijn dominee.
En de cliënten zelf? Zoveel gebruikers, zoveel ervaringen, zoveel meningen. We spraken drie ervaringsdeskundigen, als je dat woord hier mag gebruiken. Alle drie met totaal verschillende ervaringen. Met één grote overeenkomst: alternatieve middelen kunnen nuttig zijn, maar weet wat je doet. In ‘Ik denk dat mijn verhaal de uitzondering op de regel is (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3745007/nieuws/ik_denk_dat_mijn_verhaal_de_uitzondering_op_de_regel_is.html?page=1)’ vertellen zij er over aan Willem Gotink. In deze interviews komt ook naar voren hoe breed de markt is. Van ‘eenvoudige’ en relatief onschuldige massages tot, bij ondeskundig gebruik, dodelijke psychedelica.
Die brede markt is ook het bestaansrecht van de Infolijn Alternatieve Geneeswijzen, die op maandagavond speciaal openstaat voor vragen rond ggz-problematiek. Jose Hoekstra sprak met Marisca van den Burgh, één van de vrijwilligers die achter de telefoon zit. In ‘Mensen die ons bellen hebben meestal al veel geprobeerd en zijn ten einde raad (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3744926/nieuws/mensen_die_ons_bellen_hebben_meestal_al_veel_geprobeerd_en_zijn_ten_einde_raad.html?page=1)’ vertelt zij over het nut van de infolijn, hoe ze omgaat met vragen en wat ze zoal adviseert. Ook hier geldt: “We kijken naar de opleiding van de behandelaren, we kijken of men aangesloten is bij een beroepsvereniging en of er sprake is van klacht- en tuchtrecht.”
Tenslotte geeft Jeannet Appelo een overzicht van de stand van zaken van de alternatieve en complementaire geneeswijzen. Wereldwijd blijkt daar steeds meer oog voor te zijn, Nederland blijft daarin wat achter. De één zal daar blij mee zijn, zoals de ander het spijtig zal vinden. ’Vage grenzen, scherpe tegenstellingen en een toenemende populariteit (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3745004/nieuws/vage_grenzen_scherpe_tegenstellingen_en_een_toenemende_populariteit.html?page=2)’, schrijft Appelo.
De discussie rond het thema heeft een lichte neiging tot polarisatie. Toen wij startten met het vormgeven van dit magazine, hadden wij eigenlijk voor ogen om een aantal alternatieve geneeswijzen voor het voetlicht te brengen. Dat bleek lastig. Er waren legio schimmige praktijken en dubieuze kwakzalvers die daar graag hun medewerking aan wilden verlenen. Voor hen willen wij geen reclame maken, temeer omdat het verhaal wat ze hebben doorgaans niet sterk is. Daarnaast weten we dat allerlei goed opgeleide hulpverleners (onder andere GZ-psychologen, psychotherapeuten en psychiaters) interventies toepassen uit de alternatieve hoek. Daar iets publiekelijk over moeten vertellen deed mensen terugdeinzen. Angst om aan de schandpaal genageld te worden speelde daarbij een grote rol.
Jammer, lijkt mij. Als Galilei zich rond 1600 zo had opgesteld zouden we in Europa nog steeds denken dat de aarde plat was. Of moeten we zeggen: als de kerk destijds niet zo dogmatisch was geweest, was het besef van een ronde aarde veel eerder gemeengoed geworden?