Door recidiverende depressies was zijn somberheid dusdanig verdiept dat een toekomstperspectief totaal verdwenen was. Hij scharrelde rond in de periferie van zijn leven en dat van de mensen om hem heen. Zijn kinderen, inmiddels volwassen, zochten hem als vader nooit meer op voor steun of kameraadschap. Zijn rol als vader voelde uitgehold en zijn betekenis als mens was voor hem ongrijpbaar. Zijn vrouw leefde haar leven langs hem heen en had hem niet meer nodig als partner, hij moest een beroep doen op anderen om van A naar B en van ochtend naar avond te komen. Zijn autonomie verdwenen, zijn eigenwaarde vernietigd.
Hij kwam al maanden naar onze deeltijdbehandeling. In zichzelf gekeerd. Onzichtbaar. Ongrijpbaar en onbereikbaar. Zijn antwoorden ontbrekend of bestaand uit één lettergreep. Zijn onmacht werd de onze. Al onze tools bleken nutteloos, net als de pillen en pogingen van andere behandelaren.
De dag dat ik besloot onze pup mee te nemen, om iets van mijn persoonlijke leven te delen en te laten zien, veranderde alles. Het hondje ging de kring rond, van schoot tot schoot. Honden zijn je spiegel maar ook je uitdaging. Ze hebben iets nodig. Is het eten of affectie? Moest de pup niet naar buiten voor een plas? Hij was verbaasd dat ik hem een riem aangaf. Vertrouwde ik er op dat hij alleen met de pup naar buiten liep? In die ene dag zagen wij en voelde hij een verandering die zo groot was dat we het nauwelijks konden geloven. De rol die hem werd gegeven als hondenoppas in de groep en de taken die hem werden toevertrouwd gaven een enorme boost aan zijn herstelproces.
Toen mijn collega haar pasgeboren zoon meenam en hij dit kindje in de armen kreeg zagen we ook zijn lijf als het ware ontdooien. Van de verstarring die hij voelde en die voor iedereen zichtbaar was in zijn houterige, schokkende bewegingen bleef weinig over toen hij als het ware om de baby heen smolt. Hij vouwde zijn armen beschermend om het kindje heen en maakte contact zoals hij dat ooit bij zijn eigen kinderen had gedaan. Ineens leek er het besef dat er een eigen kleinkind op komst was, misschien een reden om te blijven leven en deelgenoot te zijn van dit mirakel. Door ons open te stellen en de professionele afstand die we behoren te bewaken iets kleiner te maken en te laten zien dat ook wij mens zijn konden we iets teweeg brengen wat geen enkele andere interventie kon. Vaak heb ik nagedacht over dat grijze gebied, maximale toenadering met behoud van distantie. Ik dacht dat ik bij deze man de perfecte nabijheid had bereikt. Hij ging met ontslag, pratend over alle plannen die hij had, vol vertrouwen in de toekomst. Nog een tijdlang heb ik hem ambulant gevolgd, er kwamen fijne vakanties, blijheid over het kleinkind, intieme en vertrouwelijke gesprekken. Zijn zelfvertrouwen groeide door alle succeservaringen. Het moment dat ik niet meer nodig was hebben we gevierd. Ook ik was vol vertrouwen in de toekomst, net als de mensen om hem heen.
Toen hij jaren later weer werd aangemeld ging ik bijna op vakantie, er was weinig tijd om dezelfde mate van nabijheid weer te vinden. Die afstemming kon na mijn vakantie wel dacht ik, hij was weer in behandeling en dat zou ongetwijfeld genoeg zijn. Dat bleek echter niet het geval en toen ik na mijn vakantie hoorde over zijn suïcide werd me duidelijk dat de nabijheid die zo helend was geweest in het verleden voor mij nu maakte dat professionele distantie er niet meteen kon zijn.
Dit is één van de acht verhalen die de jury uit alle inzendingen van onze verhalenwedstrijd koos.
Hier vind je de andere zeven inzendingen die de shortlist haalden en het jury-verslag. (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4094002/nieuws/de_jury_heeft_gesproken.html?page=3)