'Herstel is voor iedereen'

Door: Nic Vos de Wael

Werken aan mentale gezondheid buiten de kaders van de ggz

 

In dit laatste artikel over het ecosysteem mentale gezondheid (GEM) in Doetinchem kijken we naar de rol van welzijnsorganisatie Buurtplein en herstelvoorziening de Stadskamer.
De eerdere artikelen over het ecosysteem mentale gezondheid vind je
hier. (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/serie%20gem)

Als buurtcoaches krijgen Wiebe Lammers en Marieke Amtink regelmatig te maken met mensen die psychisch in de knoop zitten. De vraag is dan of ggz-behandeling nodig is of dat andere hulp passender is. Wiebe: “Ik sprak een ondernemer die zich vreselijk veel zorgen maakte dat hij het financieel niet zou redden. Hij zag zichzelf al in een tentje in het bos wonen. Hij had een verleden in de ggz en de vraag was of hij opnieuw in behandeling zou moeten. We hebben samen met hem alle geldzaken op een rij gezet en weer overzicht gecreëerd. Het bleek allemaal geweldig mee te vallen. Er viel zoveel last van zijn schouders.”

Een ander voorbeeld is een vrouw die helemaal vastzat in haar eigen wereld en worstelde met de geschiedenis met haar ouders. Wiebe ging bij haar op bezoek, samen met een collega van GGNet: “In het gesprek lukte het om haar ertoe te bewegen ook naar de wereld van nu te kijken. Ze kan beide sporen bewandelen: proberen met het verleden in het reine komen, maar ook kijken wat je nú wil doen. Bij de tweede ontmoeting zat zij er al zoveel beter bij.”

Wiebe sluit niet uit dat deze mensen nog eens hulp van de ggz nodig hebben. Maar de voorbeelden tonen aan dat er vaak een eenvoudiger en goedkoper alternatief is dat minimaal een deel van de ggz-zorg kan vervangen.

Breed zicht op problematiek in de wijk

Wiebe en Marieke werken bij Buurtplein, een brede welzijnsorganisatie in Doetinchem, die ook de toegang tot Wmo en jeugdhulp verzorgt. De buurtcoaches  en jeugd- en gezinswerkers van Buurtplein werken vanuit wijkcentra, waar bewoners met alle soorten hulpvragen laagdrempelig met hen in contact kunnen komen. Maar ze bezoeken ook mensen thuis. Soms nodigt een deurwaarder, een politieagent of een medewerker van Veilig Thuis hen uit om mee te gaan op huisbezoek. Een andere belangrijke taak is signaleren wat de buurt in het algemeen nodig heeft en daar activiteiten voor organiseren.

De buurtcoaches hebben goed zicht op problematiek in de wijk. Marieke: “Wij komen alles tegen: van stress en licht-depressieve klachten tot suïcidaliteit en mensen in een psychose. We merken dat de hoeveelheid én de complexiteit van problemen toenemen. Mensen ervaren meer druk, de wereld wordt steeds ingewikkelder en veeleisender. Social media – ‘alles moet mooi zijn’ - en schulden spelen een grote rol. Daarnaast laat de coronacrisis nog steeds zijn sporen na.”

Wiebe: “Meestal zijn we goed in staat om het totaalplaatje bij mensen in beeld te krijgen. We maken een overzicht van alle levensdomeinen, stellen vast waar de kern van het vraagstuk ligt en welke hulproutes mogelijk zijn. Als iemand stress heeft kan dat een sociaal probleem zijn of iets waar ggz-hulp bij nodig is. Vaak is het een kip-ei-verhaal en versterken de problemen elkaar. Bij een complexe casus gaan we met twee medewerkers op huisbezoek. Samen zie je meer en zo voorkom je dat je op een eenzijdig spoor gaat zitten.”

De buurtcoaches onderhouden goede contacten met de huisartsenpraktijken in Doetinchem en voeren geregeld overleg met POH’s. Er zijn directe lijnen met Iriszorg en GGNet.

Complimenten van de ggz

De werkwijze van de buurtcoaches sluit goed aan bij de doelstellingen van het ecosysteem mentale gezondheid (GEM). Om die reden was Marleen Leurs, directeur-bestuurder van Buurtplein, enthousiast om aan te sluiten bij het GEM-initiatief in Doetinchem: “Onze ervaring past heel goed in de beweging om hulp meer naar de voorkant te brengen en tegelijk de zorg aan de achterkant sneller af te schalen. Vanuit de ggz krijgen we veel complimenten voor de manier waarop wij al een brede uitvraag doen en de hele leefwereld in kaart brengen. GEM nodigt ons uit om nog veel meer samen te werken. Tot voor kort wisten we nauwelijks van elkaar wat we deden. Dat gold vooral voor de ggz naar ons toe.”

Buurtplein heeft inmiddels een aandeel in de pilot ‘Eigen Weg Wijs’ van GGNet. Het is een groepstraining voor mensen die aan het einde van hun behandeling zitten en zich voorbereiden op de overgang naar weer zelfstandig leven. Daarnaast participeren de buurtcoaches in de herstelondersteunende gesprekken (HOG’s) die gevoerd worden met mensen die een psychische hulpvraag hebben. In een HOG wordt de brede context van de hulpvraag besproken en worden zo veel mogelijk opties voor hulp verkend.  Marleen: “Die HOG-gesprekken doen we nu nog op kleine schaal. Maar in de GEM-stuurgroep denken we al verder. Elke week krijgen gemiddeld 16 mensen in onze regio een verwijzing naar de basis-ggz. Hoe mooi zou het zijn als we die allemaal eerst een herstelondersteunend gesprek kunnen aanbieden. Maar dat zijn 64 gesprekken in de maand. Dan moet daar wel financiering voor zijn. Dit is het overleg dat we momenteel in de regio voeren.”

Onderlinge hulp stimuleren

Het is geen primair doel van GEM om de druk op de specialistische ggz te verlichten, al is het een mooie bijvangst. Het doel is vooral om mentale gezondheid te versterken en mensen weerbaarder te maken. Hulpbronnen daarvoor kunnen uit alle hoeken van de samenleving komen. Algemene voorzieningen waarvan mensen zonder indicatie gebruikmaken hebben een groot aandeel in het ecosysteem. Indicatieloos werken verlaagt de drempel en voorkomt dat mensen meteen een stempel krijgen.

Als brede welzijnsorganisatie heeft Buurtplein ervaring met dit soort activiteiten. Meerdere keren in de week zijn er in het wijkcentrum bijeenkomsten voor maatschappelijke activering. De bijeenkomsten bieden een mix van inloop, ontmoeting en activering. Bezoekers kunnen allerlei zaken inbrengen en worden gestimuleerd elkaar te helpen. Zo vindt de een hulp bij het schrijven van een sollicitatiebrief en de ander bij het regelen van vervoer naar een afspraak in het ziekenhuis. Mensen die samen willen eten worden gekoppeld. Marieke: “Er zijn al zoveel mooie initiatieven in Doetinchem. In het ecosysteem hoef je niet per se nieuwe dingen op te tuigen. We moeten juist versterken wat er al is en dingen beter met elkaar verbinden.”

Vrijheid om dingen op te pakken die je leuk vindt

Een paar honderd meter van het kantoor van Buurtplein is de Stadskamer. Het is een voorziening voor dagbesteding en herstel die bijna volledig draait op de inzet van ervaringsdeskundigen. Het is ook een ontmoetingsplek. Rond lunchtijd is het druk, want je kunt hier lekker, gezond en voor weinig geld eten. In de keuken staat een kok, die vroeger in een gerenommeerd restaurant werkte. Op een gegeven moment heeft hij het roer omgegooid en zijn werk een meer sociale invulling gegeven. In de keuken begeleidt hij de vrijwilligers van de catering.

In een relatief rustig hoekje vertellen ervaringsdeskundigen Dana Nijkamp en Frits Kloppert over hun werk in de Stadskamer. Frits kwam in 2017 in contact met de voorloper van de Stadskamer: “Het was een vrijplaats voor mensen van de straat en met een verslavingsachtergrond. Het was een scharrelruimte. Ik werd niet gevraagd naar mijn problemen, maar naar wat ik leuk vond om te doen. In mijn geval was dat koken en babbelen. Zo ben ik gestart als vrijwilliger en nu werk ik 36 uur betaald.” Dana kwam na een ‘zwarte periode’ in haar leven via een reïntegratietraject bij de Stadskamer: “Ik heb hier van alles gedaan, want er is altijd veel vrijheid om dingen op te pakken die je leuk vindt. Zo ben ik ingesprongen toen het ecosysteem en de plannen voor een herstelacademie langskwamen. Ik volg nog een werkleertraject om me als ervaringsdeskundige te scholen: drie dagen werk, een dag school.”

Een taxichauffeur vraagt ook niet waar je vandaan komt

Frits is lid van het team inloop van de Stadskamer. Dat betekent mensen ontvangen, gesprekken voeren, activiteiten begeleiden. Hij probeert bezoekers consequent aan te spreken op hun eigen wil en veerkracht: “We laten mensen zoveel mogelijk zelf doen. Daarin mogen ze fouten maken, dat noemen we de blauwe plekken op weg naar succes. Maar we laten mensen niet door het ijs zakken. Mijn rol is wel dat ik vaak zeg: we hoeven niet meteen te helpen, laat maar even gebeuren. We zijn net taxichauffeurs. We vragen nooit waar iemand vandaan komt, alleen waar hij naar toe wil. “

Een verschil met taxichauffeurs is wel dat bezoekers van de Stadskamer het stuur zelf in handen krijgen. Dat zijn mensen niet altijd gewend. Frits: “Dan vragen we: ‘Wat wil je?’ ‘Wat hebben jullie dan?’ ‘Nee, wat wil je zelf?’”

Dana: “Vaak willen mensen iets waar we al een activiteit voor hebben, maar anders helpen we hen iets op te zetten. Iemand wilde graag linedancen. Wat heb je dan nodig? Een ruimte. Daar kunnen we voor zorgen. Wat is de volgende stap? Flyers. Dan gaan we daar samen naar kijken. Maar mensen moeten wel zelf eerst nadenken.”

Frits: “De meeste mensen die hier komen hebben wensen als iedereen. En obstakels waar ze tegenaan lopen, ook net als iedereen, maar vaak wat uitvergroot. Als iemand een Eiffeltoren van lucifershoutjes wil maken, zal hij er misschien vanzelf achter komen dat het te hoog gegrepen is.“

De Stadskamer werkt niet met indicaties. Iedereen kan er vrij binnenlopen. Dat heeft vooral voordelen: Frits: “Omdat wij niet met indicaties werken hebben we ook geen gedoe met plaatsingen, verantwoording van trajecten, registraties, wachtlijsten. We hebben er geen belang bij om mensen vast te houden. Als iemand beter kan herstellen bij een voetbalvereniging dan ondersteunen we dat. Omdat we geen dossiers bijhouden, hebben we ook geen probleem met privacyregels.”

Frits en Dana weten uit eigen ervaring dat je niet altijd zonder de ggz kunt. Dana: “Ik heb zelf ook veel aan sommige behandelingen gehad, zoals EMDR. Maar er is zoveel meer mogelijk. Het is zonde als mensen drie maanden wachten op een behandeling en er verder werkelijk niets gebeurt. In de tussentijd kunnen ze beter hier aan zichzelf werken.”

Een ontwikkelingsreis

In een van de veranderateliers van GEM is de afgelopen tijd hard gewerkt aan een plan voor een herstelnetwerk in de regio. Het gaat niet om één herstelacademie, maar om het verbinden en versterken van alle bestaande initiatieven van de verschillende partners.

De Stadskamer heeft hier natuurlijk een belangrijk aandeel in en staat in de startblokken voor de volgende stap. Bestuurders van partijen in het ecosysteem praten binnenkort over het plan voor een herstelnetwerk. Dana wil hen graag een exemplaar van een boekje overhandigen dat ze nu ontwikkelt: “Deelnemers van de herstelacademie krijgen straks een boekje waarin ze hun eigen ontwikkeling kunnen noteren. Het moet een boekje worden dat uitnodigt tot creativiteit. Mogelijk gaan we het koppelen aan mogelijkheden om iets te doen met foto’s of film. We willen het symbool van een boot gebruiken, want mensen gaan op reis en moeten steeds zelf opnieuw hun koers bepalen. Na drie maanden kun je aan de hand van het boekje bespreken welke ontwikkeling iemand heeft doorgemaakt. We nodigen de bestuurders eigenlijk ook uit om op reis te gaan.”

Nieuw voor de Stadskamer is dat zij zich meer zal richten op mensen die nog geen geschiedenis met de ggz hebben. Want, zo is de gedachte: werken aan herstel en mentale veerkracht is voor iedereen. Frits: “Het is de afgelopen veertig jaar veel gewoner geworden om naar een sportschool te gaan. Je kunt ons zien als een mentale sportschool waar je extra energie kunt opdoen. Dat moet normaler worden. Iedereen wordt in het leven wel eens geconfronteerd met tegenslag. Dan kun je beter hier een herstelactiviteit volgen dan wachten tot je problemen erger worden en je behandeling nodig hebt.”

De huidige praktijk is nog wel dat de meeste bezoekers van de Stadskamer een ggz-geschiedenis hebben. Frits: “Dat bepaalt nu nog het beeld. Doetinchem is een storp, iets tussen stad en dorp in. Als iemand in de Stadskamer komt weet iedereen dat. En mensen denken: dan moet je wel iets ernstigs. Dat beeld willen we rechtzetten.”

Ja, maars…

Aan de plannen voor een herstelnetwerk hangt natuurlijk wel een prijskaartje. Frits: “Dus krijg je nu de ‘ja, maars…’. Kunnen we de meerwaarde van zo’n plan wel bewijzen? Zulke vragen stelt niemand over een stadspark. Daar twijfelt niemand aan dat het goed is voor de leefbaarheid en gezondheid van inwoners. Ik vergelijk het met mijn eigen transitie van dronkenlap naar nuchter zijn. Je weet dat je wil veranderen, maar er zijn momenten waarop je denkt: het was vroeger toch niet zo slecht. Dan is het verleidelijk om terug te gaan naar hoe het was en de nieuwe uitdaging niet aan te gaan.”

GEM4 GEM4