Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft een klacht gegrond verklaard tegen een psychiater, die zich in een landelijk dagblad kritisch uitliet over een Pro Justitia (PJ) rapport.
De klagers, werkzaam als freelance PJ-rapporteurs en ingeschreven in het Nederlands Register voor Gerechtelijke Deskundigen, schreven hun rapport voor het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie, met als centrale vraag (kort samengevat) of een verdachte aansprakelijk kon worden gesteld voor gepleegde strafbare feiten Het ging om een zaak waarvoor landelijke bekendheid bestond.
De psychiater was voor het artikel geïnterviewd, nadat hij kennis had genomen van de rapporten, een door de verdachte geschreven zogenoemd egodocument en de uitspraken van de rechtbank en het hof. Hij heeft de tekst van zijn bijdrage aan het artikel voorafgaand aan de publicatie gelezen, daarop commentaar gegeven en het na aanpassing door de journalist goedgekeurd.
De klacht
De psychiater liet zich in het interview kritisch uit over het rapport van de beide rapporteurs, waarbij hij zich, volgens de rapporteurs, onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitliet.
De rapporteurs verwijten de psychiater nu dat hij hen in hun individuele beroepsuitoefening heeft geschaad door hun rapport, en daarmee hun professionaliteit, integriteit en onafhankelijkheid, publiekelijk te diskwalificeren. Ook verwijten ze hem dat hij het verschil van inzicht of zijn mening over de collegiale rapportage in een geruchtmakende en nog lopende strafzaak persoonlijk niet heeft voorgelegd, of heeft gewacht met een wetenschappelijke, professionele discussie binnen de beroepsgroep tot de uitspraak onherroepelijk was.
De uitspraak
Volgens het college is de klacht terecht. De zogenoemde eerste tuchtnorm – die kort gezegd betrekking heeft op de behandelrelatie tussen een zorgverlener en een patiënt of cliënt – is hier niet van toepassing. De zogenoemde tweede tuchtnorm, (Wet BIG,artikel 47), is dat wél. Deze norm houdt in dat een BIG-geregistreerde zorgverlener ook aan tuchtrecht is onderworpen als het gaat over ander handelen of nalaten in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt.
De psychiater heeft volgens het college niet respectvol en onvoldoende zorgvuldig tegenover de klagers gehandeld. Hij had niet mogen instemmen met de publicatie van zijn uitspraken in de huidige formulering, zonder nadere toelichting en zonder genuanceerdere informatie. Daarmee heeft hij, aldus het college, gehandeld in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt.
Geen ongelukkige vergissing
Daarbij heeft het college extra gelet op de deskundigheid van de psychiater op het gebied van de forensische psychiatrie en PJ-rapportage, en op zijn positie als hoogleraar. Van hem mag worden verwacht dat hij zich goed bewust is van de implicaties van zijn uitspraken in openbare publicaties, zoals het bewuste krantenartikel. Die uitspraken kunnen volgens het college niet worden beschouwd als een ongelukkige vergissing. Uit de e-mailwisseling en het gesprek met de rapporteurs na de publicatie is ook gebleken dat daarvan geen sprake is geweest.
Het College acht de klacht dan ook gegrond en legt de psychiater een berisping op.
De gehele uitspraak is hier terug te vinden (https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2023/ECLI_NL_TGZRAMS_2023_212)
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).