15 juni is de Internationale Dag tegen ouderenmishandeling. Jaarlijkse krijgt naar schatting 1 op de 20 ouderen te maken met een vorm van mishandeling. Dan hebben we het over fysieke, psychische, seksuele mishandeling, financiële uitbuiting en verwaarlozing. Er is nog steeds geen duidelijk zicht op aard en omvang. Annemiek Goes, senior adviseur huiselijk en seksueel geweld bij Movisie: ‘Zaken die bij Veilig Thuis komen, worden lang niet altijd geregistreerd als ouderenmishandeling, maar als ‘huiselijk geweld’, zo blijft ouderenmishandeling onzichtbaar. Het CBS kan deze gegevens ook niet presenteren, omdat aangeleverde gegevens van Veilig Thuis zo uiteenlopend zijn en niet specifiek genoeg.’
Het ministerie van VWS heeft opdracht gegeven voor een onderzoek naar aard en omvang, dat in 2018 zal worden afgerond. Goes: ‘We hopen dat er dan eindelijk goed zicht komt op de omvang van ouderenmishandeling in Nederland.’
Beehalve te weinig aandacht voor ouderenmishandeling is er ook nog veel handelingsverlegenheid bij professionals in het sociale en medische domein, signaleert Goes. ‘Er wordt veelal te laat ingegrepen, als het heel erg is. Professionals zouden eerder in gesprek moeten gaan met ouderen en moeten doorvragen op signalen van ouderen. Het bespreekbaar maken van geweld kan best lastig zijn, daarom zijn er verschillende trainingen die aandacht besteden aan gespreksvoering.’
Handreiking voor gemeenten
Hoe kan een gemeente zo goed mogelijk beleid ontwikkelen, waarbij niet alleen de veiligheidsketen, maar ook de zorgketen is betrokken? ‘Om te beginnen zouden gemeenten sneller in de gaten kunnen krijgen wie van de ouderen extra kwetsbaar is, want kwetsbare ouderen lopen hoger risico misbruikt te worden. Het zou mooi zou zijn als gemeenten het nut zouden zien van een gesprek met elke oudere vanaf 70 jaar over hun gevoel van veiligheid of onveiligheid, psychische en/of fysieke beperkingen en specifieke familieproblemen. Een gemeente kan zorgen dat ouderen zich goed voorbereiden op mogelijke beperkingen en zaken regelen, bijvoorbeeld mantelzorg, mentorschap en bewindvoering. Voorlichting, hulp en ondersteuning aan ouderen bevorderen de gezondheid en welzijn van ouderen, waarbij het gesprek over veiligheid en bescherming tegen misbruik en geweld niet mag ontbreken.’
Om gemeenten hierbij te ondersteunen, schreef Goes in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een handreiking. Speerpunt voor Movisie is om alle verzamelde kennis op de agenda te houden, goed te borgen en te integreren in gemeentebeleid. Raakvlakken zijn er met ouderenbeleid, mantelzorg, ouderenzorg en welzijn, sociale (wijk)teams en preventie en aanpak van huiselijk geweld. ‘Rond ouderenmishandeling is de samenwerking en afstemming tussen Veilig Thuis en de lokale teams van groot belang. In de teams ontbreekt nog vaak het specialisme’, vult Goes aan.
Ook andere partijen hebben een rol in het voorkomen en bestrijden van ouderenmishandeling, meent Goes. ‘Woningcorporaties moeten hun niet-pluisgevoel kwijt kunnen. Is de huur al maanden niet overgemaakt terwijl meneer of mevrouw altijd trouw en op tijd betaalde? Gelukkig wordt dit soort signalen nu steeds meer gedeeld met wijkteams. Banken hebben ook een taak om aan de bel te trekken bij verdachte transacties. In meerdere gemeenten bestaan samenwerkingsverbanden met lokale banken, notarissen, politie, wijkteams en ouderenbonden om financieel misbruik van ouderen te voorkomen.’
En dan zijn er nog de mantelzorgers. Uit recent onderzoek van VUmc blijkt dat bijna veertig procent van de mantelzorgers die zorgen voor een familielid met dementie binnen twee jaar ernstige depressiesymptomen ontwikkelt. Goes: ‘Dat betekent dat je op tijd de professionele zorg moet uitbreiden. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis kunnen blijven wonen. Daarbij zijn mantelzorgers en professionals op een geven moment nodig. Mantelzorgers zijn vaak de partners, ook al op leeftijd, en kinderen met vaak een eigen gezin en werk. Het is belangrijk dat mantelzorgers zich bewust zijn van hun grenzen. Bij (dreigende) overbelasting van de mantelzorger moeten anderen bijspringen.’
Mantelzorgers beginnen met goede bedoelingen, maar naarmate het langer duurt, raken ze vaak overbelast. ‘In plaats van hulp te vragen, blijven ze doormodderen. Het vergt van mantelzorgers dat ze moeten toegeven het niet meer aan te kunnen. Dat erkennen vraagt moed. Maar het is wel belangrijk dat ze dat doen, want de overbelasting kan ontaarden in verkeerde hulp bieden en die kan overgaan naar verwaarlozing en in het ergste geval mishandeling. Een oplossing zou kunnen zijn dat mantelzorgers met (andere) familieleden van de oudere in overleg met vrijwilligers en thuiszorg de zorg delen. Professionals als huisartsen en wijkverpleegkundigen kunnen erop letten dat een zorgafhankelijke oudere niet van één persoon hulp krijgt.’
Bron: Movisie
Vond je dit interessant? Misschien is een abonnement op het gratis emagazine dan iets voor jou! Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines