Steeds vaker worden therapiesessies via het beeldscherm gehouden. Soms zit de patiënt op de bestuurdersstoel van een auto, soms blijkt de patiënt in een heel andere toestand te verkeren dan verwacht. Het nieuwe paradigma van de ’telepsychiatrie’ stelt behandelaars voor een groot aantal situaties met ongeschreven en voortdurend veranderende regels.
Sanjay Gupta, hoogleraar aan de afdeling psychiatrie in Buffalo, New York, gaf tijdens een presentatie over het onderwerp op een recent congres in Ohio een aantal tips en suggesties. En hoewel zijn opmerkingen vooral betrekking hadden op de situatie in de VS, zijn ze ook zeker bruikbaar voor Nederlandse behandelaars.
Allereerst merkt hij op dat hoewel ”er veel valkuilen [kunnen] zijn, een overheersende regel die bij telepsychiatrie moet worden benadrukt, is dat [virtuele bezoeken] aan dezelfde zorgstandaard moeten voldoen als een persoonlijk bezoek.” Deze ’regel’ moet volgens hem strikt worden nageleefd, aangezien het belangrijkste verschil bij virtuele bezoeken een verminderd gevoel van het formele karakter van een psychotherapiesessie is. Met virtuele sessies kan de therapeutische ervaring ’een beetje gebagatelliseerd aanvoelen’, meent Gupta,
Patiënten in auto’s
Gupta merkt op dat het van cruciaal belang is dat ’het voorname van een privéomgeving niet wordt afgezwakt’. Uitdagingen bij het vinden van die privacy leiden voor sommigen echter tot het probleem van het scenario ’patiënten in auto’s’. Toch, voegt hij eraan toe, hoewel psychiatrische sessies nooit mogen worden gehouden terwijl een patiënt aan het rijden is, kan de voorstoel van een geparkeerde auto voor sommigen de meest besloten omgeving zijn die er is. ”Voor veel patiënten is hun auto misschien wel de enige privéplek van waaruit ze een videogesprek kunnen voeren. Misschien zijn ze aan het werk en kunnen ze alleen de afspraak inpassen door tijdens hun pauze naar hun auto te gaan. Of patiënten zijn misschien zelfs thuis, maar zijn ze niet alleen en moeten voor hun privacy naar hun auto.”
Als er niet in de auto wordt gereden, zou het prima moeten zijn om erin te zitten voor een virtuele sessie, maar zelfs daar moeten clinici zich blijven concentreren op de consistentie van de zorg, ongeacht de omgeving. Ondertussen kunnen behandelaars belangrijke maatregelen nemen om de zaken professioneel te houden, op z’n minst aan het einde van een sessie. Maar houd liever vóór je begint rekening met de kijkervaring van de patiënt.
Gupta geeft onder andere de volgende tips:
* Houd de achtergrond van je videobeeld subtiel, zonder afleiding zoals ramen die uitkijken op een oceaan of andere storende achtergrondelementen.
* De camera moet zich boven ooghoogte bevinden om een face-to-face gesprek effectiever te suggereren.
* Probeer geen andere browservensters te openen en kijk rechtstreeks in de cameralens, zodat de patiënt weet dat hij of zij je volledige aandacht heeft.
* Probeer tijdens de sessie geen aantekeningen te maken in het elektronisch patiëntendossier, dit kan de indruk wekken afgeleid te zijn en niet naar de patiënt te luisteren.
Behandelaars moeten er rekening mee houdenn dat oudere patiënten – die misschien niet op makkelijk zijn met e-mail, laat staan met videoconferenties – nog steeds moeite hebben met technologie voor videobellen. Overweeg in dergelijke gevallen:
* Voorafgaand aan de afspraak de instructies te verzenden.
* Houd (of laat houden) voorafgaand aan de afspraak een ’technische controle’ om er zeker van te zijn dat de patiënt er klaar voor is.
* Wees voorbereid op mogelijk noodzakelijke troubleshooting.
Of de patiënt nu technisch onderlegd is of niet, zorg ervoor dat de communicatie duidelijk is:
* Spreek in korte zinnen tijdens teleconferentiesessies.
* Spreek langzaam en gebruik een lagere frequentie.
* Erken dat patiënten aarbij Nederlands niet de moedertaal is kunnen worstelen met de taal, en overweeg de mogelijkheid van een tolk.
Volgens Gupta is de eerste minuut van de virtuele therapiesessie cruciaal om de toon te zetten. ”De patiënt wil aan het begin van de sessie een professionele, zelfverzekerde toon horen aan de andere kant van de lijn. Wees warm en respectvol tijdens het bezoek en zorg ervoor dat je de patiënt uitlegt hoe de sessie opnieuw wordt verbonden als het gesprek wordt onderbroken.” Clinici moeten er ook voor zorgen dat ze de fysieke locatie van de patiënt tijdens de sessie weten, zodat ze kunnen handelen in geval van nood, bijvoorbeeld als de patiënt suïcidaal blijkt.
De dreiging van een ’e-health ravijn’
Veel wetten en licentievereisten voor telezorg zijn nog worden deels ruim geïnterpreteerd als gevolg van het COVID-19-beleid. Dankzij dit beleid kunnen behandelaars ook e-health factureren, ongeacht waar de patiënt of zorgverlener zich bevindt. Aanbieders kunnen ook e-health leveren over landsgrenzen heen, afhankelijk van (inter-)nationale regels.
Gupta waarschuwt er voor dat behandelaars zich moeten voorbereiden voorbereid moeten zijn op een potentiële ’e-health kloof’ die wordt verwacht wanneer dat beleid wordt opgeheven, aangezien barrières op het gebied van licenties, facturering en andere factoren worden hersteld. “In tijden zonder crisis zal technologie aanwezig moeten zijn. Als je bijvoorbeeld een solo-aanbieder bent, moet je echt een telepsychiatrieplatform kiezen dat bruikbaar is voordat dat gebeurt. Voor de Nederlandse situatie lijken deze waarschuwingen van Gupta minder relevant: behandelen via het internet lijkt hier eerder een vast onderdeel van de mogelijkheden te worden.
Gupta merkt op dat ”de toekomst waarschijnlijk een hybride model zal zijn van persoonlijke en virtuele bezoeken”, om tegemoet te komen aan de verschillende scenario’s waarin persoonlijke bezoeken de voorkeur of noodzakelijk kunnen zijn, maar veel patiënten zullen waarschijnlijk nog steeds kiezen voor het gemak en meer flexibiliteit van virtuele sessies.
Dit artikel is een vrije vertaling van Telepsychiatry tips: Etiquette and ethics, van MDedge psychiatrie.
Lees hier eerdere artikelen over e-health
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.