Per 1000 inwoners nam het aantal volwassen vrouwen met ADHD-medicatie toe met 20%, waardoor de verhouding man/vrouw bij volwassenen in 2023 bijna gelijk is. Bij meisjes steeg het aantal harder dan bij jongens, echter zijn er nog altijd meer jongens met ADHD-medicatie. Dit meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Indien voor een medicamenteuze behandeling van ADHD wordt gekozen, zijn de meest toegepaste geneesmiddelen methylfenidaat, dexamfetamine en lisdexamfetamine. In mindere mate wordt ook atomoxetine of guanfacine voorgeschreven als ADHD-medicatie. Van al deze middelen werd methylfenidaat aan volwassenen (18-49 jaar), zowel bij mannen (72%) als bij vrouwen (68%) het meest verstrekt in 2023, gevolgd door dexamfetamine. Ook onder kinderen (6-17 jaar) werd methylfenidaat het meest verstrekt (83% bij jongens en 82% bij meisjes) en was lisdexamfetamine het op een na meest toegepaste middel.
Gebruikers
Om het aantal gebruikers dat via Nederlandse openbare apotheken ADHD-medicatie verstrekt kreeg demografisch te vergelijken, heeft de SFK dit aantal gecorrigeerd per 1000 inwoners van Nederland die tot een betreffende leeftijdsgroep en geslacht behoren.
Bij de volwassenen lag het aantal mannelijke gebruikers van ADHD-medicatie op 25,2 per 1000 in 2022. Dit aantal is met 11% toegenomen naar 27,9 per 1000 in 2023. Het aantal vrouwelijke gebruikers laat over de afgelopen jaren een grotere procentuele toename zien dan de mannelijke gebruikers. Waar het aantal vrouwelijke gebruikers in 2022 nog op 22,8 per 1000 lag, is dit aantal met 20% toegenomen naar 27,4 per 1000 in 2023. Het aantal mannelijke en vrouwelijke gebruikers van ADHD-medicatie was daarmee nagenoeg gelijk aan elkaar in 2023.
Wat betreft de kinderen laat het aantal meisjes met ADHD-medicatie sinds enkele jaren een stijging zien. Van 2022 op 2023 is het aantal meisjes met ADHD-medicatie toegenomen naar 29,5 per 1000 (+6,8%). Bij jongens is het aantal gebruikers tot 2022 steeds afgenomen, maar van 2022 op 2023 is dit aantal weer toegenomen naar 63,7 per 1000 (+2,8%). Hoewel de groei bij jongens dus lager is dan bij meisjes, is het aantal jongens met ADHD-medicatie nog wel altijd meer dan twee keer zo hoog als dat van het aantal meisjes.