De impact van armoede op mentale gezondheid is immens. Uit onderzoek blijkt dat langdurige financiële stress kan leiden tot slaapproblemen, depressie, angst, eetstoornissen, burn-out en zelfs PTSS. ‘Armoedeprofessor’ Tim ’S Jongers draagt een oplossing aan. Hij noemt het De Bijzondere Overheid. Daar krijgt ook de ggz mee te maken.
Op 12 november sprak Tim ’S Jongers op uitnodiging van PvdA-Arnhem over armoede en bestaanszekerheid (al zegt hij zelf liever ‘bestaansonzekerheid’, want juist dat is het probleem). In een aantal artikelen voor website De Correspondent en in zijn boeken (Beledigende Broccoli, over de ervaringskennis van kwetsbare mensen en Armoede uitgelegd aan mensen met geld) leert de politicoloog, bestuurskundige en directeur van de Wiardi Beckman Stichting – maar bovenal ervaringsdeskundige – ons anders aankijken tegen armoede en financiële stress. Dat is confronterend en op een vreemde manier ook vermakelijk. Met een biertje in zijn hand improviseert Tim ‘S Jongers in Arnhem een bijna-conference aan elkaar. Maar dat doet niks af aan de schokkende inhoud.
Machteloos
De negatieve impact van armoede op het mentale welzijn is al veel langer bekend. Mensen met nauwelijks financiële armslag hebben minder controle over hun situatie en zijn vaker blootgesteld aan stressfactoren als onveiligheid, werkonzekerheid of sociale isolatie. Maar ook aan beperkte toegang tot zorg – waaronder ggz. (De recente discussie rondom restitutiepolissen illustreert dat weer. Sowieso zouden zij zo’n dure polis niet kunnen opbrengen, maar niet-gecontracteerde zorg zelf betalen is überhaupt onmogelijk.) Er zijn verschillende studies die aantonen dat deze beperkte toegang kan leiden tot een negatieve spiraal van financiële, psychische en fysieke gezondheidsproblemen. Ze voelen zich machteloos en hun zelfvertrouwen neemt af.
Shit outsourcen
Armoede beïnvloedt niet alleen de mentale gezondheid, maar ook het cognitief functioneren. Financiële stress legt een beslag op iemands werkgeheugen, vermogen tot het nemen van besluiten en oplossen van problemen, want mensen zijn alleen maar bezig met korte termijnproblemen (hoe betaal ik deze rekening? hoe hou ik de deurwaarder buiten de deur?) en hebben geen ruimte voor strategische beslissingen. En een van de belangrijkste dingen die de ‘have nots’ van de ‘haves’ onderscheiden: Zij kunnen dit ook niet door een ander laten doen. Tim ’S Jongers vat het kernachtig samen: ‘Je shit outsourcen’ is niet mogelijk. “Zo blijven een huiswerkbegeleider, financieel adviseur of rechtsbijstand onbereikbaar voor mensen in armoede. Het kost hun dus nóg meer moeite om grip te krijgen op hun leven.” Sterker nog: ze moeten veel meer moeite doen, bijvoorbeeld om zich tot achter de komma te verantwoorden voor UWV, bijstand of belastingtoeslagen. Ze moeten formulieren invullen, op afspraken verschijnen of inloggen op onduidelijke online platforms en zich voor allerlei persoonlijke keuzes verantwoorden. Met alle extra stress en schaamte van dien. Daarbij kunnen mensen zelfs trauma’s oplopen, zo stelde onderzoekster en ervaringsdeskundige Dagmar Niewold twee weken geleden in populair wetenschappelijk magazine Quest.
Kinderen
Dat armoede overgaat van generatie op generatie beschreef Suzanne Jansen treffend in haar boek Het Pauperparadijs (2008). Tegenwoordig is er ook veel aandacht voor de psychosociale problemen die dat met zich meebrengt. Kinderen uit gezinnen in armoe hebben daar twee keer zoveel kans op als gemiddeld, zo toonde het Nederlands Jeugdinstituut vorig jaar aan. Zij zien bijvoorbeeld hun ouders worstelen zonder dat zij daar iets aan kunnen doen. Ze missen stabiliteit of hebben angst over hun toekomst. Daardoor krijgen zij vaker te maken met chronische stress – oftewel Early Life Stress – met negatief effect op groei en ontwikkeling, gezondheid, schoolprestaties en functioneren in kindertijd.
Mono-oplossingen
Natuurlijk is er een vangnet in Nederland, zo betoogt Tim ’S Jongers. Alleen: dat bestaat uit ‘mono-oplossingen’. Je kunt ergens terecht voor huisvesting, ergens voor schuldhulpverlening, ergens voor psychische klachten, noem maar op. Veel voorzieningen, ook binnen de ggz, zijn ingericht voor mensen die één keer een probleem hebben en een duwtje nodig in de rug. Maar als iemand meerdere problemen heeft – en dat is bij armoede meestal het geval – past hij of zij niet meer in het systeem. Dan wordt iemand vermalen in een bureaucratische molen.
Structurele oplossing
Het zijn niet enkelen die dit overkomt. Volgens ’S Jongers heeft ongeveer 20 procent van de Nederlandse bevolking langdurige complexe problemen. Er zijn duizenden pilots, projecten op maat of living labs bedacht, maar dat bood tot nu toe geen structurele uitweg. Daarom heeft hij samen met Albert Jan Kruiter, actie-onderzoeker bij het Instituut voor Publieke Waarden, vorig jaar een oplossing gepresenteerd: De Bijzondere Overheid. Zij vergelijken het met speciaal onderwijs, beschutte werkplekken of beschermd wonen: een traject naast het reguliere traject.
Poortwachter
Het afzonderlijke overheidssysteem moet voorkomen dat problemen erger worden. Daarom werkt het in houding, financiën, wetgeving, lokale verordening en prioriteiten anders dan de normale overheid voor die overige 80 procent. De kern ligt bij een poortwachter, die van tijd tot tijd bij iemand op bezoek gaat. Ondertussen gaat alle post, mail, veranderingen in digitaal systeem naar de poortwachter, zodat de cliënt (laten we hem of haar maar zo noemen) geen contact heeft met de ‘normale’ instanties en organisaties. En de poortwachter is de baas. Die beslist als er geschillen zijn met of tussen zorgverleners, uitvoeringsorganisaties of woningcorporaties. Op deze manier blijven cliënten vrij van alle stress die armoede met zich mee brengt.
Achter de voordeur
De Bijzondere Overheid vraagt niet om een radicaal andere manier van werken, zo betogen ’S Jongers en Kruiter. Bijna overal komen zorgverleners, FACT-teams, jeugdteams of wijkteams bij mensen achter de voordeur. Als die worden uitgerust met het juridische en financiële mandaat dat nu ligt bij zorgverzekeraars, sociale diensten, gemeenten of het Rijk, dan kunnen ze direct doen wat het beste is – los van de systemen waar de cliënten telkens op botsen.
Experiment
Het plan voor De Bijzondere Overheid staat nog in haar kinderschoenen, maar er worden al experimenten in die richting gedaan. Zo bedacht Albert Jan Kruiter samen met zorgverzekeraar CZ een alternatief voor financieringsstromen binnen de ggz in Den Haag. De manier waarop de zorgverzekering geld int maakt mensen ziek, terwijl de verzekeraar juist een zorgplicht heeft, zo redeneerde Kruiter. Dus wist hij CZ te bewegen om de schulden van 150 huishoudens te betalen. Dat kostte een half miljoen. De geïndiceerde ggz-zorg voor die gezinnen lag op drie miljoen. De ingreep leverde dus 2,5 miljoen euro op! Een mooi experiment, maar na afloop vervielen de partijen weer in hun systeemwerelden. Zo zei CZ dat zij eigenlijk het werk van de gemeente hadden gedaan – een groot deel van het bespaarde geld viel onder jeugdwet en Wmo. Den Haag stelde dat juist CZ ervan profiteerde dat de schulden werden kwijtgescholden. De les hieruit? Een onafhankelijke poortwachter met doorzettingsmacht – die boven de partijen staat – is onontbeerlijk. Het is alleen de vraag of de ggz die rol moet pakken of een andere partij.
Lees ook andere artikelen over armoede
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.