Morgen, woensdag 12 oktober, debatteert de Tweede Kamer met de ministers over het Integraal Zorgakkoord (IZA). MIND, dat het akkoord niet heeft getekend, vindt het IZA niet representatief voor de ggz-sector, het zou ertoe leiden dat de invloed van de verzekeraars op het zorgstelsel toeneemt ten koste van de aanbieders en patiënten/cliënten. Veel maatregelen in het IZA zoals de verdere digitalisering en verlagingen van vergoedingen voor ongecontracteerde zorg, zijn onvoldoende onderbouwd en zullen nadelig uitwerken voor mensen met psychische klachten. MIND roept de Kamerleden op om de minister hier kritisch op te bevragen.
Ongecontracteerde zorg niet bewezen duurder
Eén van de uitgangspunten van het IZA is dat met de toenemende zorgvraag, de zorg betaalbaar moet blijven. Voor ons land, het stelsel en voor de burger. Om meer op de kosten te kunnen sturen, wordt in het IZA vol ingezet op contractering van zorg; zorgverzekeraars sluiten contracten met aanbieders over de te leveren zorg en de prijs daarvan. Men neemt daarbij aan dat ongecontracteerde zorgaanbieders meer kosten. Deze aanname is volgens MIND echter niet gebaseerd op onderzoek. Uit een recent onderzoeksrapport van Vektis blijkt zelfs het tegendeel: ongecontracteerde ggz-zorg vergt vaak minder tijd en kost minder geld dan gecontracteerde zorg.
Toename sociale ongelijkheid; solidariteit is weg
Door de maatregelen in het IZA hebben straks alleen nog mensen met een restitutiepolis de vrijheid om hun arts te kiezen, schrijft MIND. Alleen zij krijgen de behandeling door artsen zonder een contract met de verzekeraar vergoed. Het gaat hier om slechts 15% van de volwassenen in Nederland. De grote groep mensen met een naturapolis kan dan alleen nog kiezen voor een paar aanbieders mét een contract; aanbieders met soms lange wachtlijsten, soms te ver weg of te kostbaar om naartoe te reizen. MIND vindt dit onderscheid ontoelaatbaar. De vrije keuze voor een arts is juist voor mensen met psychische klachten essentieel; een goede klik tussen professional en cliënt bepaalt het behandelresultaat. In de bijlage “Bram: In de knel door beperking vrije artsenkeuze” beschrijven wij hoe dit akkoord voor ggz-patiënten uitwerkt in de praktijk.
Eenzijdig inzetten op digitale tools kan mentale problemen juist verergeren
Een tweede maatregel om de zorg toegankelijk te houden, is verdere digitalisering van de zorg. Het uitgangspunt voor de zorg wordt: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Er is echter vrij weinig bekend over het effect van de verschillende digitale en eHealth toepassingen, vooral op de lange termijn. MIND vindt dat meer onderzoek moet komen naar de kwaliteit, toegankelijkheid en privacyaspecten van digitale zorg. En in alle gevallen moet “samen beslissen” blijven gelden: digitaal als we het willen in plaats van digitaal als het kan. Vanuit de wens van cliënten én die van behandelaren. Vanuit de ervaringen tijdens corona geeft ook de laatste groep aan dat zij bij digitale en hybride zorg de diepgang van het face to face contact in de spreekkamer missen. Diverse onderzoeken hebben getoond dat de digitalisering tijdens corona (in onderwijs en werk) resulteerde in achteruitgang van de mentale gezondheid door het gebrek aan verbinding en ontmoeting.
Bron: MIND
Lees hier eerdere artikelen over het Integraal Zorgakkoord
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.