Gisteren, donderdag 10 december, is 113online.nl een campagne gestart om maar liefst tweehonderd nieuwe vrijwilligers te werven. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
,,Zelfmoord is een definitieve oplossing voor een tijdelijk probleem’’, vindt psychiater Jan Mokkenstorm, oprichter van de hulplijn tegen zelfmoord 113online. Bij de hulplijn probeert hij, samen met een team van 120 vrijwilligers, dertig vaste krachten en jaarlijks vijftig stagiaires, mensen die aan zelfmoord denken, op andere gedachten te brengen. Mensen in psychische nood kunnen bij de vrijwilligers terecht via een chatdienst of door te bellen.
,,Na de zelfmoord van Joost Zwagerman in september kregen we, mede door de media-aandacht voor 113online, een enorme toevloed aan hulpvragen. Er waren momenten waarop we van iedere vijf mensen die zich meldden, er maar een te woord konden staan.’’ Tot die tijd was de organisatie terughoudend om naar buiten te treden, om niet overbelast te raken. ,,Maar de verborgen hulpvraag bleek erg groot na het overlijden van Zwagerman.’’
De organisatie kreeg meer geld van de politiek en wil daarmee de nieuwe vrijwilligers werven, screenen, opleiden, inzetten en begeleiden.
Effect moelijk meetbaar
Mokkenstorm is ervan overtuigd dat hulp helpt. Hoeveel mensen door 113online hun zelfmoordplannen daadwerkelijk hebben afgeblazen, is moeilijk meetbaar. ,,Mensen bellen en chatten anoniem, we kunnen ze dus niet volgen om te kijken hoe het met ze gaat. Maar we krijgen wel regelmatig mailtjes van mensen die ons bedanken, letterlijk omdat we hun leven hebben gered.’’
Met de hulplijn wil Mokkenstormvooral het onderwerp zelfmoord bespreekbaar maken. ,,Mensen moeten weten dat ze niet de enigen zijn die wel eens aan zelfmoord denken. Dat gebeurt jaarlijks bij zo’n 500.000 mensen in ons land. We willen dat het normaal wordt dat mensen bij zelfmoordgedachten psychische hulp inschakelen. Net als dat mensen met hartkloppingen naar de huisarts gaan, moeten mensen met zielkloppingen dat ook doen.’’
Jaarlijks plegen ongeveer 1800 mensen in Nederland zelfmoord. Mokkenstorm heeft de ambitie om dat in 2030 terug te brengen naar maximaal 800. 113online zoekt vooral wat oudere mensen voor het vrijwilligerswerk, en mannen in het bijzonder. ,,Mannen tussen de veertig en de zestig jaar zijn de grootste risicogroep om zelfmoord te plegen. Die praten toch wat makkelijker met leeftijdsgenoten.’’
Paniek wegnemen
In de acht maanden dat ze al vrijwilliger is bij 113online.nl, heeft Bea (63) al zo’n tachtig gesprekken gevoerd met mensen met zelfmoordgedachten. ,,Een chatgesprek duurt ongeveer een uur, een telefoongesprek zo’n half uur. Meestal merk je dat mensen rustiger zijn aan het einde van zo’n gesprek, of opgelucht. Dat de paniek weg is’’, vertelt Bea.
,,Blijkt er sprake te zijn van acute crisis dan kan ik de hulpvrager, als hij of zij dat ook wil, doorschakelen naar de crisisdienst voor professionele hulp.’’ Maar als er sprake is van levensgevaar, dan moet er worden gehandeld in plaats van gepraat. ,,Ik probeer de hulpvrager dan te overtuigen zelf direct contact op te nemen met 112.’’
Bea heeft het gevoel dat ze verschil maakt. ,,Dat dit werk echt iets uitmaakt. Dat mensen hun verhaal kwijt kunnen, een luisterend oor vinden. Het is heel fijn werk’’, vindt ze, ,,hoe tegenstrijdig dat ook klinkt’’.’
Of ze ook echt levens redt, weet de vrijwilliger niet. ,,Ik hoop het wel, natuurlijk. Maar het is klaar nadat we het gesprek beëindigen. Ik hoor nooit het vervolg. Dat is ook wel goed, vooral voor de anonimiteit van de bellers en chatters. Dat maakt de drempel laag. Ze moeten zich vrij voelen in wat ze zeggen.’
Tijdens haar diensten aan de telefoon en op de chat wil Bea vooral laten merken dat ze er is voor de persoon in nood. Ze probeert ook lichtpuntjes te zoeken. ,,Je luistert tussen de regels door. Hoor je dat iemand een kat heeft, dan ga je daarop door. Dan vraag je hoe lang ze die kat al hebben. En wat er zou gebeuren met die kat als de beller iets zou overkomen. Of de omgeving, hoe zou die reageren?’’
,,In een crisissituatie verdwijnen de dingen om je heen vaak naar de achtergrond. De kat, de kinderen, de partner. Het is zaak om die dingen weer naar voren te krijgen, om de mensen te helpen om ruimer te kijken. En ook om hem of haar erop te wijzen dat er altijd hulp is. Van ons, van de huisarts, van een mentor op school, een vriend of een vriendin.’’
Bron: AD